Pietertje Paul

Misschien vind je mijn naam wat raar,
ze noemen me Pieter Paul de Peuteraar.

Eigenlijk heet ik gewoon
Pieter Paul de Vries,
maar ik zit altijd in mijn neus
en dat vinden mensen vies.

Nou, ik dus niet.
Ik weet niet waar ze zich aan storen.
Moet je maar eens horen
hoe goed ik in mijn neus kan boren.
Pas nog heb ik een prachtig poppetje gebouwd,
’t lijkt een Action Man, alleen smaakt deze zout.

Ik boetseerde hem uit een heuse reuzepulk,
met grote groene spierballen,
hij lijkt wel op de Hulk.
En pas met Pasen, toen kwam ik er zo goed bij,
ik kneedde van mijn klontjes
een groengekleurd paasei.

Op paaszondag heb ik het gegeven,
in een echte eierdop. 
Op het kaartje stond geschreven
“hier hoeft geen zout meer op”.

Mama vond ’t prachtig, maar zij heeft ’t niet geweten. Papa trok groen weg,
maar heeft het heel braaf opgegeten.

Ik ben Pietertje Paul en ben het liefst het hele jaar verkouwen, want dan zit mijn neus goed vol
en kan ik volop bouwen.
Ik verzamel nu mijn bulken, ik heb er al heel veel. 
Nog even sparen en dan bouw ik

mijn pulkenkasteel.

En later word ik meester in een echte peuterklas. 
Dan leer ik peuters peuteren,

maar dat is later pas.
Op de peuterschool zijn we gezellig met zijn allen bij mekaar, de hele dag door peuteren, vooruit ja smullen maar.

Snottebellen blazen, ik zal het je allemaal wel leren 
en hoe stiekem je pulken

onder de bank te smeren.
Dan doe ik voor hoe je je vinger in je neus moet doen.
Ik ben Pieter Paul de Peuteraar,
de pulkkampioen.

Hamsteren, schaarste, lege schappen?

Frisse lucht en zonnestralen,
kun je niet bij de supermarkt halen.

Op de zeepkist

Wie zwijgt, wordt niet gehoord.
Wie fluistert, stoort.
Wie innemend spreekt, bekoort
en weet de wereld aan zijn voeten.

The Voice Senior

Ik kan een aardig moppie zingen.
Onder de douche ben ik op mijn best.
Maar ik had nooit sterallures,
als klein jochie werd ik zelfs gepest.

Gepest omdat ik bij ’t kerkkoor zat,
maar ik heb daar een mooie tijd gehad.
Het voelde als een warm bad.
Niks van die rare onzinpraat dat …

de pastoor vieze dingen met ons dee.
Nee deze man was oké, zelfs dik in orde.
Hij heeft mij goeddeels gevormd
tot wie en wat ik ben geworden.

En wat ben ik dan? Ik ben een man
van vlees en bloed, meer dan tevree,
die een aardig moppie zingen kan
en ambitieloos met The Voice meedee.

Ik was de oudste deelnemer ooit.
Ik gaf alles en alle stoelen draaiden.
Niemand had toen nog weet
dat de tweede MeToo-storm weldra oplaaide.

Ilse DeLange was mijn coach,
wat een wereldwijf is dat. Goeie tips gehad.
Jammer dat ik soms mijn tekst vergat,
maar dan neuriede ik wat.

Dan was ik weer een ronde door.
Het was een avontuur, een feest.
En och, ik wens nu soms dat die lieve Ilse
net zo’n boef als Ali was geweest.

Modern potje RISK

Als in oorlogstijd bij ons enkel
de begroting wordt geraakt
en je iets korter moet douchen,
dan mogen wij niet klagen.

Terwijl elders de waanzin regeert
en duizenden slachtoffers maakt,
worstelen wij met arme zielen
die hier asiel aanvragen.

De spelregels veranderen per zet,
want het stelsel piept en kraakt,
maar wij zijn meesters in
met procedures de boel vertragen.

We geven wapens om te vechten,
onze grenzen moeten goed bewaakt
tegen te grote ik en landjepik,
net voldoende om d’ agressor te verjagen.

Een dapper volk lijdt en strijdt,
maar als ooit het vuren staakt,
hebben WIJ dan gewonnen,
of stiekem toch ergens verzaakt? 

Leef!

Och had ik maar toen …
voorkom je door nu te doen!

De tip van Bertje Broekhoest

We doen het allemaal, de hele dag,
soms zonder dat we het zelf merken
en soms ook – omdat het leuk is –
met volle kracht om het geluid wat te versterken.

Je kent ze wel, die trotse op-de-rots-mensen,
die zonder schaamte keihard knetteren.

Die zou je toch soms een natte wind toewensen,
zodat ze de onderbroek volspetteren.

Hoe harder, hoe viezer?
Nee, vaak is dat niet echt het geval.

Al is het natuurlijk best onsmakelijk,
zo’n ongecontroleerde knal.

Maar juist een heel klein floepertje,
dat je stiekem geluidloos laat ontsnappen,

dat zijn vaak de ergste, waarbij je minutenlang
naar frisse lucht moet happen.


Dus doe het bij voorkeur als je alleen bent,
zodat je niemand anders stoort.

en kijk eerst goed om je heen,
want je weet nooit of iemand je toch hoort.

Die opgekropte lucht vasthouden heeft geen zin,
die moet er gewoon uit.

Laat ze echter als het even kan buiten,
of een beetje onopvallend, zonder geluid, 

dan kun je als ze stinken onschuldig kijken van,
ik niet, ik weet van de prins geen kwaad.

Oefen maar voor de spiegel,
zodat je niet van kleur verschiet en jezelf alsnog verraadt.

Vrijuit

Ze was vol van haar tomaten.
De oogst uit eigen tuin.
Carrière achter zich gelaten.
En rozen snij je schuin.

Niks praten om ’t praten.
Geen ik beter dan jij.
Nooit meer meten met twee maten.
The ratrace, eindelijk voorbij.

Je kunt je wel aan alles storen …

Ik weet dat je het niet wil horen,
maar ik ben wit geboren.
Dat maakt me tot doelwit van jouw rassenstrijd.
Als blijk van goede wil ben ik bereid
wat bij te bruinen in de zon. Ik pak elke zonnestraal,
maar doen we dan daarna weer normaal? 

Het is aan jou

 Windje mee of tegen?
Het is een vrije keus 
van meebewegen.